Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [17]Hebreen nu gingen over de Jordaan, in het land van Gad en Gilead. Toen Saul nog zelf te Gilgal was, zo [18]kwam al het volk bevende achter hem. 17. Versta hier, het gemene volk, dat niet strijdbaar was. 18. Hebreeuws, zo beefde al het volk achter hem. Dit schijnt dat te verstaan is van het volk, hetwelk zich verborgen had, vs.6.